Schuldhulpverlening in Nederland moet verbeterd worden: hoe zit dat in Berkelland?

Volgens een recente publicatie van de Rechtspraak (22 augustus 2019) stijgt het aantal mensen in Nederland dat onder bewind komt te staan (60% in 5 jaar tijd). Een aanzienlijke stijging bij een verregaande maatregel. Cijfers van de NVVK laten zien dat de stap tussen in geldnood verkeren en onder toezicht van een bewindvoerder staan – namelijk, om naar de gemeente te stappen voor hulp – steeds minder voorkomt (NVVK laat in mei 2019 een daling van 10% zien), terwijl het aantal mensen met schulden, en de schuldenomvang, toeneemt.

Als een mogelijke oorzaak voor het minder melden, noemt de NVVK dat het melden te hoogdrempelig is (1), maar ook dat de verschillen tussen gemeenten op het gebied van uitvoering schuldhulpverlening te groot zijn en dat dit de inwoner kan benadelen (2). Ook worden de voorwaarden om in aanmerking te komen schuldhulpverlening genoemd, waardoor mensen buiten de boot lijken te vallen wie juist de hulp goed kunnen gebruiken (3). Het niet (snel genoeg) delen van informatie tussen hulpinstanties kan ook leiden tot het niet krijgen van schuldhulpverlening (4).

Tot slot geeft de NVVK aan dat niet in elke gemeente een financieel adviseur wordt ingezet, wat, gezien soms de complexiteit van een casus, als gemis kan worden zien en waardoor verkeerde conclusies kunnen worden getrokken (5).

Als laatste zorgpunt wordt aangegeven dat de ondernemer in meer dan de helft van de gemeenten als ‘moeilijk’ geval wordt gezien en zodoende buiten de boot valt.

Reden voor de VVD om vragen te stellen omtrent de status van de schuldhulpverlening in Berkelland.


  1. Erkent het college dat een efficiëntere schuldhulpverlening doet bijdragen aan dat minder mensen onder bewind komen te staan?

  2. Erkent het college dat preventie doet bijdragen aan een maatschappelijk rendement en, op langer termijn, op lagere sociale kosten?

  3. Erkent het college dat ook ondernemers hulp nodig hebben als zij zich in schulden bevinden, ongeacht of deze groep een ‘moeilijkere’ doelgroep blijkt te zijn?

  4. Corresponderen de cijfers van onze gemeente met de toon van de publicatie van de Rechtspraak en hoe verklaart u dit?

  5. Hoe tevreden is het college momenteel met de schuldhulpverlening in Berkelland, met nadruk op preventie en vroegsignalering; waar zitten verbeterpunten en hoe wordt hier aan gewerkt?

  6. Welke van de oorzaken (1 t/m 5) genoemd in alinea b wordt door het college herkend in Berkelland en hoe wordt hiermee omgegaan?

  7. Tot slot, tijdens de raadsvergadering van 13 november 2018 is besloten tot verlaging van het rentepercentage op sociale leningen via de Stadbank Oost Nederland per 1 januari 2019. In de discussie die daaraan vooraf ging tijdens de commissie Sociaal, werd de angst benoemd dat personen met schulden juist makkelijker zouden gaan lenen in plaats vanuit lenen door nood. Kunt u al aangeven wat inmiddels de bevindingen zijn na het verlagen van de rentepercentages?