Wethouder moet nu haar gelijk bewijzen

In de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning staan onder andere tarieven voor de uit te keren PGB en hoe een aanvraagprocedure gaat rondom thuisondersteuning. Het is een pittig stuk, meerdere commissie- en raadsleden gaven aan het als een behoorlijke worsteling te hebben ervaren. Ik ook. Leden hebben elkaar geraadpleegd en middels allerlei schriftelijke en technische vragen, ook de gemeentelijke organisatie. Het was niet mals en ook wij waren kritisch.

De eerste commissievergadering was geen leuke bijeenkomst omtrent dit stuk. Er waren zóveel onduidelijkheden, dat het alleen maar irritaties opwerkte en de verwarring uiteindelijk domineerde. Na deze vergadering hebben meerdere partijen vragen gesteld, waarin best wel wat overlapping zat (D66 & VVD, red.). Het gaf aan waar de onduidelijkheid vooral zat. Met name: waarom is de verordening in omliggende gemeenten al vastgesteld rond eind 2019 en wordt het bij ons nu pas behandeld? Zeker een legitieme vraag als je weet dat het uitstellen van deze verordening de gemeente ongeveer 30.000 EUR per maand (!) kost. Uit het krantenartikel dat de TC Tubantia plaatste op 14 mei jl. is te lezen dat het ook bij die tweede commissievergadering allemaal niet heel veel duidelijker werd en dat we daarop kritisch zijn. Dat er uiteindelijk privéomstandigheden bij - in dit geval kritische - ambtenaren voor vertraging hebben gezorgd, is vervelend, maar hadden we op zijn minst wat eerder willen weten. De bewering van de wethouder dat vervanging in het Sociaal Domein moeilijk te vinden is, kunnen wij beamen.

Tweede punt is dat in de verordening bezuinigingen worden genoemd, althans bedragen ervan. Maar hoe deze bedragen tot stand komen, daar is geen goede onderbouwing voor te vinden. Hetzelfde zien we in het stuk dat ons fractielid Marcellino heeft behandeld, namelijk 'Doorpakken en Sturen in het Sociaal Domein.' Daar wordt bijvoorbeeld een besparing genoemd van €150.000,- op jeugdzorg, door het functioneren van Jimmy's. Ik vind Jimmy's een fantastisch initiatief, maar ik geloof niet dat hiermee anderhalf ton wordt bespaart. Hoe de organisatie daarbij komt? Geen idee!

Het derde punt kwam voort uit de toetsing van een externe jurist, in opdracht van mw. Bussink (D66). Hieruit bleek dat de juridische houdbaarheid in twijfel te trekken valt. Een punt waar we allen toch wel van schrokken; zelfs het CDA gaf aan hier duidelijkheid over te willen. Hoewel de wethouder in eerste instantie niets van deze twijfels wilde weten, gaf ze gelukkig de toezegging naar de externe toetsing te laten kijken en hierop met een reactie te komen.

Vlak voor de raadsvergadering van 26 mei kwam die reactie (te vinden hier onder agendapunt 12, bijlagen 11 t/m 15). De jurist van de gemeente Berkelland wijst op verkeerde interpretatie en zelfs woordkeuze.

In de raadsvergadering van 26 mei hebben wij, met oog op het vlot vaststellen van de verordening, de volgende bijdrage naar voren gebracht:

Voorzitter,


De verordening die ons voorligt is inmiddels een veelbesproken stuk. Daarom houden we het dit keer kort. In mijn bijdrage noem ik drie punten.


  1. Wat we gezegd hebben omtrent de antwoorden op de vragen, dat we daar duidelijk onderbouwing en resultaten missen, daar blijven we bij. Dit was tevens onze bijdrage bij het stuk 'Doorpakken en Sturen in het Sociaal Domein'. Het lijkt daarmee bijna structuur te worden en dat moet de wethouder toch niet willen. We zouden daar meer aandacht voor willen hebben in het vervolg.

  2. Het tweede punt is de juridische houdbaarheid. De indruk wordt gewekt dat het bijna op woordkeuze aankomt wat de juridische houdbaarheid van het stuk is. Alsof het stuk multi-interpretabel is. Ook dat zou de wethouder toch niet moeten willen. Echter, de wethouder is verantwoordelijk en als het straks tóch niet blijkt te kloppen, na alles wat er inmiddels over is gezegd en geschreven, zou dat ten koste kunnen gaan van het vertrouwen dat deze raad in de wethouder heeft. Daarmee zeggen wij: als de wethouder er vertrouwen in heeft dat het stuk juridisch houdbaar is, dan kunnen wij daar vanuit gaan.

  3. Van ‘verkapte bezuinigingen’ is geen sprake. Ik meen mij te herinneren dat de wethouder in de eerste commissie heeft uitgesproken dat bij een nieuwe verordening als deze, we de kans moeten grijpen om te kijken waar het goedkoper kan. Met tekorten waar deze gemeente tegenaan loopt, lijkt ons dat niet meer dan logisch en zouden we dat als bijna een vereiste moeten zien.


Het is nu aan de wethouder om te laten zien dat het stuk van degelijke kwaliteit is en dat de aangegeven besparingen / bezuinigingen kunnen worden behaald.


Reageren op dit artikel? Mail naar Kevin Hauser: k.hauser@gemeenteberkelland.nl