Waarom de VVD nog niet meeging in de motie binnensport Ruurlo

Als VVD zijn we kritisch op de gelopen procedure rondom de nieuwe sporthal in Ruurlo. Uit gesprekken met betrokkenen en zij die betrokken zouden moeten zijn, maar niet zijn, bleek dat het proces geen schoonheidsprijs verdient. We hebben daarom gepleit voor een stap terug en goed onderzoek te doen naar ook andere locaties dan alleen De Meene.

© RVG Ruurlo

Bij het vaststellen van de agenda bij de start van de raadsvergadering van gisteren (20 januari), werd al snel duidelijk dat partijen dezelfde visie hadden op het stuk: een stap terug zou voor iedereen een winsituatie zijn. Ook het CDA en GB - die in de commissie nog achter het voorstel van het college stonden (lees hier) - hadden het licht gezien. De motie van PvdA, D66, GL en OBL kwam in diezelfde raadsvergadering en daarmee te vroeg.


Mijns inziens, wanneer aan het begin van de vergadering de raad in meerderheid besluit het college de gelegenheid te geven met een (andere) aanpak te komen, kun je niet iets verderop in diezelfde vergadering ineens met een dergelijke motie komen. Een motie waarin de aanpak voorgeschreven wordt. Dat is impliciet een motie van wantrouwen aan het adres van het college en al dus reden voor de VVD de motie vooralsnog niet te steunen. Let wel: wij staan wel achter de inhoud van de motie. 


Het feit dat de motie is ingediend, zal voor het college aanleiding moeten zijn serieus werk te maken van het betrekken van de inwoners en de raad bij de vervolgprocedure. Er is in de perspectiefnota 2021 acht miljoen euro uitgetrokken voor de bouw van een nieuwe sporthal in Ruurlo. Het gaat nu om de keuze van de locatie en de kosten voor eventuele aanpassingen in de infrastructuur.

 

Resumé: de VVD staat achter de inhoud van motie 21-01, maar vindt dat het college de gelegenheid moet krijgen om zelf met een gedegen aanpak te komen. Deze motie komt wat de VVD betreft te vroeg en daarom ondersteunen wij deze motie nu niet.