Tijdens de oordeelsvormende vergadering bleek al snel dat de
meningen over de voortzetting van de dorpskamers uiteen liepen. De VVD ziet
veel overeenkomsten in de vrijwilligersorganisaties die in andere dorpskernen
al actief zijn en twijfelen over de voorzetting. Op dit moment blijkt, volgens
de rapporten die zijn aangeleverd, dat er wel rendement te behalen valt, maar
de kosten van beide dorpskamers ook erg hoog zijn, namelijk jaarlijks meer dan
€ 150.000,00 per dorpskamer. De grootste kostenpost zit hem in de professionele
begeleiding van twee medewerkers in de dorpskamers. In de aangeleverde stukken wordt
geschreven dat de dorpskamers preventief werken en dat het bespaart op de WMO,
maar de onderbouwing van deze kengetallen is mager. Deze kengetallen zijn gebaseerd
op normen uit het landelijk beleid, maar uit de aangeleverde stukken is dit
moeilijk vast te stellen. De uiteindelijke uitstroom is in twee jaar tijd maar
1 persoon. Het aantal deelnemers is in twee jaar licht gegroeid van 117 naar
162. Met het open karakter van de dorpskamers vinden wij deze aantallen te
mager.
De VVD zet in op een toezeggingslijst. In ieder geval moet er meer duidelijkheid komen over het nut van een dorpskamer waarbij kosten en baten, maar zeker ook de maatschappelijke opbrengsten worden afgewogen. Als dit de komende tijd niet duidelijk wordt, kunnen we beter stoppen en meer inzetten op het vrijwilligerswerk, omdat hiervoor de kosten nagenoeg nihil zijn.