Voortzetting dorpskamers Neede en Eibergen

In september 2021 zijn twee dorpskamers van start gegaan in de kernen Neede en Eibergen. Daarmee is een toegankelijke en laagdrempelige voorziening gecreëerd in de sociale basis waar mensen zonder indicatie terecht kunnen voor ontmoeting en een zinvolle invulling van de dag. Daarnaast is dit een plek waar mensen terecht kunnen voor een helpende hand en waar mensen zich kunnen ontwikkelen. De dorpskamers zijn er voor iedereen, maar worden ook bezocht door mensen die vanuit een kwetsbare positie komen en (weer) een plek willen innemen in de maatschappij. Deze mensen hebben veelal een afstand tot de arbeidsmarkt en/of een psychische kwetsbaarheid. Bij de dorpskamers werken twee beroepskrachten, een stagiair en zeven vrijwilligers.

Tijdens de oordeelsvormende vergadering bleek al snel dat de meningen over de voortzetting van de dorpskamers uiteen liepen. De VVD ziet veel overeenkomsten in de vrijwilligersorganisaties die in andere dorpskernen al actief zijn en twijfelen over de voorzetting. Op dit moment blijkt, volgens de rapporten die zijn aangeleverd, dat er wel rendement te behalen valt, maar de kosten van beide dorpskamers ook erg hoog zijn, namelijk jaarlijks meer dan € 150.000,00 per dorpskamer. De grootste kostenpost zit hem in de professionele begeleiding van twee medewerkers in de dorpskamers. In de aangeleverde stukken wordt geschreven dat de dorpskamers preventief werken en dat het bespaart op de WMO, maar de onderbouwing van deze kengetallen is mager. Deze kengetallen zijn gebaseerd op normen uit het landelijk beleid, maar uit de aangeleverde stukken is dit moeilijk vast te stellen. De uiteindelijke uitstroom is in twee jaar tijd maar 1 persoon. Het aantal deelnemers is in twee jaar licht gegroeid van 117 naar 162. Met het open karakter van de dorpskamers vinden wij deze aantallen te mager.

 

De VVD zet in op een toezeggingslijst. In ieder geval moet er meer duidelijkheid komen over het nut van een dorpskamer waarbij kosten en baten, maar zeker ook de maatschappelijke opbrengsten worden afgewogen. Als dit de komende tijd niet duidelijk wordt, kunnen we beter stoppen en meer inzetten op het vrijwilligerswerk, omdat hiervoor de kosten nagenoeg nihil zijn.